Ik heb een tijdlang een opleiding fotokunst gevolgd aan de Stedelijke Academie van Sint-Niklaas. Mijn leraar, Lieven Nollet, geniet enige bekendheid met werk waarin hij geïnterneerden in beeld brengt. En hen zo eigenlijk aan het woord laat. Een stem geeft. Of kunst de wereld kan redden, is een vraag die ik niet eens meer wil stellen. Liefst niet. Dat geldt evenzeer voor de fotografie. In een wereld die quasi bezoedeld wordt door beeldendiarree is het bijzonder moeilijk geworden nog beelden of foto’s te vinden die betekenisvol zijn. Het werk van Lieven Nollet toonde mij een manier waarop dit wel nog mogelijk is: door mensen die in de marge verkeren een gelaat te geven.
Lieven Nollet, van wie ik hier enkele foto’s weergeef, is een eigentijds kunstenaar. Uiteraard, zal u zeggen, wat kunnen we ons anders voorstellen bij een fotograaf die anno 2017 nog werkzaam is als fotograaf? Staat u mij toe daar via een omweg op te antwoorden. Lieven Nollet is een eigentijds fotograaf omdat hij oneigentijds is, unzeitgemäss. Met dank aan Friedrich Nietzsche.
Nietzsche wou actueel en eigentijds zijn door zich los te maken van het heden. Is dat een paradox? Neen. Je kan er uiteraard niet aan ontkomen vanuit je eigen tijd te denken. Je kan wel voor een soort verschuiving zorgen door een stapje verder te zetten dan de vigerende grenzen. Bijvoorbeeld door te zien wat verborgen wordt. Wie echt tot haar/zijn tijd wil behoren, wie werkelijk contemporain is, die zal er zich voor hoeden plompweg met haar tijd samen te vallen. Zich niet blind en onmondig aan te passen aan de eisen die ervan uitgaan. Echt je tijd vatten, vraagt een stap terug. Kunst in het algemeen en fotografie in het bijzonder kan ons deze blik verschaffen. Onze actualiteit vat je door te kijken vanuit de marge. Wat ook betekent de vraag te stellen: wie sluiten we uit en wat zegt dat over ons?
Die waarneming, dat ervaren van de actualiteit wil ik graag als een esthetisch denken omschrijven of althans dat als benaderingswijze voorstellen. Aisthèsis betekent waarneming en ervaring, in zeer ruime zin. Ik denk echter dat dit al meteen niet volstaat in het actuele tijdsgewricht. Esthetisering is immers ook één van de hoofdtrekken van onze consumptiejachtige maatschappij. Maar ik meen dat net dit ook een egaliserend en uniformerend effect heeft. Het gaat om de evidenties waarmee wij leven. De evidentie bijvoorbeeld enkel nog als consument aangesproken te worden. En consumenten hebben het glijmiddel van de esthetica nodig. Ze dienen zacht gepenetreerd te worden, na een onopvallende verleiding. U vergeve mij de dubbelzinnigheid. Een actueel esthetisch denken zou daarom ook oog moeten hebben voor het anesthetische. Wat doet anesthesie? Zij onttrekt iets aan de waarneming, sluit het buiten onze gangbare ervaringspatronen.
Terwijl de esthetiek het ervaren sterk maakt, thematiseert anesthetiek de ervaringsloosheid – in de zin van een verlies, een belemmering of de onmogelijkheid van sensibiliteit. Tegen deze moderne utopie van een totaalesthetische cultuur komt het er nu op aan een cultuur van de blinde vlek te ontwikkelen. Een esthetiek die het anesthetische beklemtoont wordt zo een school van de alteriteit. Het verstoren en de vreemdheid zijn er grondcategorieën. Denk aan de verschuiving en de anachronismen bij Nietzsche.
We hoeven die esthetiseringstendens overigens niet over de hele lijn negatief te beoordelen. Enkel moeten we oog hebben voor de ambivalentie ervan. Dat betekent ook dat het esthetische denken kritisch moet staan tegenover zichzelf en opmerkzaam dient te blijven voor de grenzen van het bevallige en het waarneembare.
Dat is, denk ik, de vraag die we nu moeten stellen aan de kunst. Wie de school van de kunst heeft doorlopen, weet dat alle concepten begrensd zijn, ook de eigen. Men oordeelt dan niet langer op absolute wijze. Ook in die zin kan de kunstervaring dus dienen als model voor het esthetische denken. Precies daar waar de maatschappij gevoelloos is geworden en de waarneming heeft verengd, kan de esthetische waarneming haar noodzakelijkheid tonen. Het is op deze wijze dat de esthetiek de grenzen van de kunst overschrijdt: daar waar de pluraliteit van de werkelijkheid bedreigd wordt door uniformerende krachten wordt esthetiek relevant als datgene dat recht doet aan de heterogeniteit. Wat betekent: aan datgene wat geanesthetiseerd dreigt te worden of het al is.
Hoor dan nu dit citaat uit Naaktheden, een bundel essays van de Italiaanse filosoof Giorgio Agamben: ‘Slechts hij kan zich contemporain noemen die zich niet laat verblinden door de lichten van de eeuw en erin slaagt in hen een glimp op te vangen van de schaduw, van hun intieme duisternis’. En verder: ‘Contemporain is hij die het duister van zijn tijd waarneemt als iets dat hem aangaat en niet ophoudt hem aan te spreken, iets dat, meer dan welk licht ook, zich direct en uitsluitend tot hem richt. Contemporain is hij die vol in het gezicht geraakt wordt door de bundel van duisternis die zijn tijd uitstraalt’.
Ik herneem een eerdere zin uit mijn blog hier: Lieven Nollet is een contemporain kunstenaar. Nollet wijst ons op een blinde vlek. Als fotograaf haalt hij geïnterneerden even uit hun duisternis. Of om woorden te lenen die eerder in de media zijn gebruikt: uit de vergeetput van justitie.
Lieven Nollet heeft iets met zwart, uiteraard – en een beetje clichématig van mij – dé kleur van de duisternis. Zijn zwart dient om een anders onverteld geworden verhaal een nieuwe verhaallijn te geven. Hij fotografeert niet zomaar. Elke foto is het resultaat van een gesprek.
Op die manier maakt hij foto’s in het meervoud. Lieven Nollet praktiseert deze meervoudige vorm van fotograferen. Zijn foto’s zijn dialogen. Elke geïnterneerde kan haar of zijn zwart anders inkleuren. Zwart spreekt in vele talen. Lieven Nollet geeft zijn gesprekspartners een persoonlijkheid terug. Wat hen afgenomen was voor ze in de vergeetput dienden af te dalen. Hij maakt hen met zijn beelden tot persoon.
Lieven Nollet komt op deze wijze tegemoet aan een urgentie, een dringende nood, een dwingende vraag. We zouden het ook een schreeuw kunnen noemen. De schreeuw onder een stolp in dit geval. De personen die getoond, vragen iets van ons, zoals al gezegd. Dat is wat ik meteen ook zag in het werk van Nollet. Die nood, die dwingende vraag zouden we goed moeten doordenken. Het gaat niet zomaar om iets wat op een particulier moment van belang is. Het gaat veel verder. Het gebaar dat we zien is deel van een levensverhaal. Zelfs als de gefotografeerde persoon compleet vergeten is, zelfs als haar of zijn naam weggewist lijkt uit ons geheugen – of misschien net daarom – vraagt deze persoon om opnieuw bij naam genoemd te worden, niet vergeten te worden. Een menselijk gelaat interpelleert ons daar. Ik verwijs nog kort naar Jacques Derrida (in Copy, Archive, Signature, voorwoord van Gerhard Richter). Voor hem legt fotografie voortdurend getuigenis af. Ze ondervraagt ons echter tegelijkertijd. De vraag die zij stelt luidt: van wat, van wie en voor wie wordt er getuigenis afgelegd? De getuige, in casu de fotograaf, is altijd singulier, onvervangbaar, uniek. Maar om te kùnnen getuigen, heeft hij zich tot de wereld te richten, tot een universaliteit. Daar zal hij getuigen van een verborgen facet van de condition humaine. Hij getuigt van een anders onbesproken gelaten waarheid. Lieven Nollet is de singuliere getuige geweest van een duisternis die hij nu in de openbaarheid wil laten oplichten.
Zijn foto’s hebben een grote esthetische kracht in zich. Wat deze esthetiek echter ook in éénzelfde beweging een ethische connotatie geeft, is precies de zin voor anesthetiek die ermee gepaard gaat. Lieven Nollet laat iets opklinken uit een vergeetpunt. Hij laat de marge aan het woord. En – nogmaals -: die marge zegt heel veel over wat het grote speelveld is van de normaliteit. Van datgene wat wij als evident beschouwen. Kunst stelt evidenties in vraag. Bijvoorbeeld door ons vol in het gezicht te raken met de bundel van duisternis die onze tijd uitstraalt.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.